Hubertus, een jongeman van adel, ging graag op jacht. Op een vrijdag – Goede Vrijdag – krijgt hij een groot hert in het vizier. Op het moment dat hij de trekker wil overhalen draait het dier zich naar hem toe en ziet Hubertus een oplichtend kruis tussen het gewei van het hert. Hubertus bekeert zich en zal later priester en bisschop van Maastricht worden.
Volgens een legende genas Hubertus een vrouw die aan hondsdolheid leed. Om de ziekte te voorkomen werden er “huubkes” gebakken. Deze broodjes worden op deze dag gezegend en gegeten. Ook de hond kreeg er een om te voorkomen dat hij hondsdol werd.
♦ Recepten: