Driekoningenpap

In sommige kloosters werd op deze dag een dikke pap  met rozijnen gekookt met  drie bonen: twee witte en een bruine boon. De soort pap (griesmeel, witte- of vanillepudding) kon van jaar tot jaar verschillen. Degene die een boon vonden in hun pap moesten ’s avonds trakteren. In huisgezinnen werd er maar één boon in de dikke pap verstopt. Het kind dat een witte of bruine boon had hoefde niet af te wassen of kreeg een klein kadootje. Het kind met de bruine boon werd zwart gemaakt met het as van een verbrande kurk.

Ingrediënten

2 l melk
130 g custard vanille poeder
130 g suiker
80 rozijnen – ca. 10 per persoon
één boon

 

Bereiding

Maak met een klein deel van de melk, ca 12 eetlepels,
de custardpoeder aan. Roer de suiker er door.
Breng de rest van de melk aan de kook.
Voeg de opgeloste custard en de rozijnen al roerend toe tot
aan de kook. Laat het drie minuten zachtjes doorkoken.
Verdeel de pudding over de schaaltjes en
verstop meteen daarna de boon onzichtbaar in een van de schaaltjes.

 

 

Bron:
‘Alleen de geur blijft hangen”
Culinair Historisch Kookmuseum De Vleer

 

 

Dit bericht is geplaatst in Driekoningen, Nagerechten met de tags , . Bookmark de permalink.