Witte Donderdagsoep

Deze soep met jonge scheuten van lentekruiden was in de vastentijd ook bedoeld om het lichaam te revitaliseren, te reinigen met het oog op het paasfeest, de her-opstanding.
Men verzamelde in de naaste omgeving kruiden die daar voorhanden waren, zo mogelijk negen (drie maal drie!)

 

Ingrediënten

2 l groentebouillon
4 uien, fijngehakt
4 eetlepels bloem
4 theelepels (per soort) fijngesneden kruiden van zo mogelijk: daslook, paardenbloemblad, brandnetelblaadjes, vogelmuur, hondsdraf (een weinig), zevenblad, duizendblad, smalle weegbree en wat madeliefjes
zout, peper, nootmuskaat
scheut room of zure room
boter

Bereiding

Boter smelten, fijngehakte uien toevoegen, smoren.
Meel toevoegen en op matig vuur een papje van maken.
Bouillon eroverheen gieten.
Fijngesneden kruiden toevoegen en 5-10 minuten laten sudderen.
Op smaak afmaken met zout, peper en nootmuskaat.
Per bord een lepel room.
Serveren met brood.

 

 

Bron:
Cilia Marién
De geschiedenis van de kloosterkruidentuinen

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Soepen, Witte Donderdag met de tags , . Bookmark de permalink.